Martijn Schraven (1978) is freelance journalist, tekstschrijver, lezer en liefhebber van muziek die al lang niet meer gemaakt wordt. Maar eerst en vooral papa. Thuispapa, om precies te zijn. Dat léék ooit een heel logische keuze. Met regelmaat geeft hij middels zijn
columns een inkijkje in zijn dagelijkse beslommeringen.
Gendergedoe
Dus, ene Rikkert besluit om aan het tv-programma De Slimste Mens mee te doen in een minirokje en hakken. Ik heb het zelf niet gezien. Meestal ben ik rond het uitzendtijdstip met andere dingen bezig en ik vind het programma niet dermate leuk dat ik het later op de avond terugkijk. Rikkert wil, als ik de krantenkoppen mag geloven, ‘een lans breken voor alle mannen die afwijken van de stereotype macho-man.’ Nou, bedankt, zou ik willen zeggen. Als huisvader die wast, kookt, en regelmatig mee zit te knutselen aan unicorns en regenbogen, voel ik me enorm gesterkt wanneer iemand opkomt voor de niet-machoman.
Of ik de man in zijn korte rokje normaal vind? Nee. Ik heb er geen fluit problemen mee, maar normaal is het niet. Wanneer ik bij zo’n hippe barista, met zo’n knotje op z’n hoofd en een baardje, twee cappuccino en één normale koffie bestel, dan verwacht ik niet dat deze aan komt zetten met twee cappuccino en een dubbele frappuccino met een parasolletje, een kers en slagroom. Dan heeft de beste hipster het begrip ‘normaal’ niet begrepen. Normaal is volgens Van Dale: volgens de norm.
Overigens is een man in vrouwenkleding al helemaal zo vernieuwend niet meer. Nog los van het feit dat Onze Lieve Heer al in jurken liep, wat men nog steeds doet in het Midden Oosten en sommige Afrikaanse landen, kennen we al jaren de Britse komiek Eddie Izzard die zich graag in rokken hult. En natuurlijk onze eigen Maarten (Maartje) ’t Hart.
Eerder deze maand hadden we al Famke Louise die aangeeft haar kind genderneutraal op te willen voeden, maar wél een gender-revealparty aan het organiseren is. Schiet mij maar lek. Vervolgens lees ik deze week het verhaal van een non-binaire persoon – dus iemand die zich noch man, noch vrouw voelt – die momenteel zwanger is. Ergens heel in de verte hoor ik nu mijn oude biologieleraar heel diep zuchten. Maar goed. Deze persoon is dus aan het procederen. Met als doel: ‘het’ wil niet als moeder op de geboorteakte vermeld worden. Dit zijn de momenten dat ik mijn laptop dichtklap en dagdroom dat we met z’n allen in een smurfenmaatschappij wonen.
Smurfen zijn in de basis een enorm homogene groep wezentjes. Grote Smurf en Smurfin wijken daarbij het meest af van de norm. De een omdat hij een rood pakje draagt, de ander loopt in een jurkje. Ondanks de benaming Smurfin durf ik over gender in dit verband niets te zeggen. Ik meen me te herinneren dat babysmurfen per ooievaar in het dorp arriveren. Ook gaat de tekenfilmserie nauwelijks in op de anatomie van de smurf, laat staan over diens primaire- en secundaire geslachtskenmerken. Borstjes lijkt de Smurfin evenwel niet te hebben. En of ze een staartje heeft, voor óf achter, wordt steevast door haar jurkje verhuld. In Smurfenland mag iedereen zijn wie die is. Of je nou potig bent of ijdel, een klungel of een lolsmurf, allemaal helemaal prima.
Terwijl ik dit schrijf zie ik Leon voorbij schuifelen op unicornsloffen, met een handtasje en het zomerhoedje van zijn zus. En dát, dat is hier in huis dan weer hartstikke normaal.
Tekst: Martijn Schraven
Illustratie: Jules Calis / Pix4Profs