Column: Sinterklaas heeft goed gereden.

09 dec 2021, 19:29 Home
052 column illustratie martijn schraven jca scaled
Martijn Schraven (1978) is freelance journalist, tekstschrijver, lezer en liefhebber van muziek die al lang niet meer gemaakt wordt. Maar eerst en vooral papa. Thuispapa, om precies te zijn. Dat léék ooit een heel logische keuze. Met regelmaat geeft hij middels zijn columns een inkijkje in zijn dagelijkse beslommeringen.
Sinterklaas heeft goed gereden , je hoort de wat verouderde uitdrukking nog maar zelden. Jammer, want ik vind het een mooi gezegde. Ik ben ‘m dit jaar één keer tegengekomen.
We kunnen stellen dat Sinterklaas dit jaar bijzonder goed gereden heeft. We kijken terug op een prachtig sinterklaasseizoen. Wat mij betreft wint Het Sinterklaasjournaal dit jaar de Televizier-ring. Ik vraag me af of de drammers van KOZP en de verstokte zwarte-Zwarte Piet voorstanders de moeite hebben genomen om te kijken. Zelf vond ik de persconferenties met de Hoofdpiet een leuke vondst. Voor de meiden was de liefdesbaby van Luisterpiet en Chocopiet het hoogtepunt. Babypiet is stiekem meegenomen, eigenlijk horen babypietjes in Spanje te blijven. En nu zochten de kersverse ouders overal in Nederland een slaapplekje voor de kleine spruit, voor als zij bezig waren met hun schoenvul-verplichtingen. Ook bij ons werd een bedje gemaakt. In een Curver box met een dekentje en een flesje. En jawel, de ochtend erna lag er een chocolade hondje – ongetwijfeld gemaakt door de Chocopiet – én een bedankkaartje. Lizzy is verrukt en ik spreek mijn verbazing uit over het feit dat ik helemaal niks gehoord heb. ,,Nou”, zegt ze, ,,ik heb wel gehuil gehoord vannacht, geloof ik.” Een week voor de grote avond liggen er bij opa en oma cadeautjes klaar. Als we na een feestelijke middag vol rondvliegend papier, ranja, pepernoten en pizza in de donkere avond naar huis rijden, bepaalt Lizzy de strategie. ,,Laura, jij kijkt aan die kant op de daken en ik kijk aan deze kant.” Ze hebben die avond geen Piet gezien. Temeer omdat ze bij de tweede rotonde al lang en breed in dromenland waren.
We hebben een aftelkalender geknipt en geplakt. Nachtjes geteld tot de Sint op school zou komen. Stapels aan tekeningen gemaakt. We knutselden van een closetrolletje en muizentrapjes een Sint Pietje. (Lizzy tekende hierbij met viltstift gezichtjes op de crêpepapierhoofdjes, waardoor deze ook zomaar als figurant in The Walking Death hadden kunnen fungeren. Maar dat terzijde.) Schoentjes werden gezet, liedjes gezongen en elke avond Sinterklaasjournaal.
Op de grote dag zelf heb ik ’s ochtends een paar uur waarin ik nog even kan werken. Patricia is in de keuken bezig met de cupcakes, de hapjes en de schalen vol snoepgoed voor op tafel. Lizzy en Laura houden het verbazingwekkend goed vol en kijken op onze slaapkamer tv.
Wanneer Leon en Julia na hun middagdutje uit bed komen, nadert uur-U met rasse schreden. We hebben het eind van de middag met militaire precisie gepland. Om vier uur zet ik de tweeling in bad. Patricia gaat met de meiden even naar de Jumbo. Ik spoed me op en neer naar de zolder om twee bestelbussen van bol.com, een pallet aan ToyChamp-producten en een overwerkavond in het magazijn aan Lobbes-pakjes naar beneden te halen en in het hokje bij de buitendeur te zetten. Mijn ouders komen het avondje meevieren. Nadat we hebben gegeten zitten we met z’n allen op de bank. Plots klinkt het getik van een zegelring tegen het raam. Lizzy springt als eerste van de bank, maar duwt wel Laura voorop naar de voordeur. En jawel, daar is dé Sint.
Geluk is geen tweede huis in Bonaire, geen Audi A5 of heel veel geld. Geluk is zes jaar zijn en Sinterklaas op bezoek hebben. Geluk is de vader zijn van een zesjarige die Sinterklaas op bezoek heeft.
Nadat de goedheiligman zijn waardering uitgesproken heeft voor de schoolprestaties, de mooie tekeningen en de vorderingen op de zwemles, vraagt hij aan de meiden of er nog iets is wat zij graag van Sinterklaas zouden willen weten. ,,Ja”, zegt Laura. ,,Ik wil graag weten waar de cadeautjes zijn…” Of ze zo ongeduldig en hebberig is? Nee, ik vind van niet. Vier jaar oud, drie weken gewacht en het hoofd op hol gebracht. Het roer van de stoomboot is stuk geweest, de aanlegkade werd per ongeluk gesloopt, het pakjesruim was gesloten en de sleutel kwijt, Ozosnel was zoek en telkens weer dat liedje ‘zal de goede Sint wel komen?’ Nou, de Sint is er. Lang genoeg gewacht!
Het werd een heerlijk avondje.
Tekst: Martijn Schraven
Illustratie: Jules Calis / Pix4Profs